Aerosmith – Big Ones Jaar van release: 1994 Label: Geffen Records
“Sommige bands verouderen. Andere veranderen langzaam tot legendes.” Aerosmith — de ultieme rock-‘n-roll comeback story. Na jaren van ravage, verslaving en bijna-vergetelheid, rezen ze in de jaren ’80 als een feniks met een leren jas uit de as. En in 1994 verscheen Big Ones, een greatest hits die klinkt als een jukebox in een Amerikaanse jasje, die dwars door je jeugd scheurt. Dit is niet zomaar een verzamelalbum. Dit is het bewijs dat overleven ook glorieus kan klinken. Steven Tyler & co. leveren hier hun tweede jeugd in compacte vorm: de hits, sexy en enigszins commerciëel. Big Ones bestrijkt de periode van 1987 tot 1993 — oftewel: de Geffen-jaren. Geen Dream On, geen Sweet Emotion uit de seventies, maar het bombastische, hitgevoelige én nog steeds vuurspuwende Aerosmith uit hun MTV-heerschappij.
“Love in an Elevator” – pure rock, gierend van de dubbele bodems en seksuele bravoure. Gitaren als rolschaatsen op een marmeren vloer, en Tyler die kreunt als een rockgod met een microfoonfetisj. “Janie’s Got a Gun” – slepend, donker, broeierig. Aerosmith’s maatschappijkritische moment, gebracht met dramatiek die in minder bekwame handen kitsch zou worden. Hier: verpletterend. “Rag Doll” en “Dude (Looks Like a Lady)” – swingend, funky, smerig en strak. Aerosmith als de stevige stiefbroer van de Stones. “Cryin'”, “Crazy” en “Amazing” – de balladtrilogie. Drie nummers die iedere puberhormoon in de jaren ’90 hebben laten stomen. Typerend voor die tijd, maar met melodieën die nog steeds standhouden als rotsen in een emotionele branding.De rode draad? Productie. Bruce Fairbairn, de George Martin van de hair metal-periode, maakt elk nummer vet maar transparant, commercieel zonder karakterverlies. En daar lag de kracht van Aerosmith: mainstream omarmd zonder hun eigen karakter kwijt te raken.
Niemand gilt als Tyler. Niemand blaft, jankt, jodelt en jubelt in één adem zoals deze man. Hij is hier in topvorm: een stemband-explosie met lippen als gifrood gevaar, een rauwe bluesziel in een stadionverpakking. Zijn teksten? Vol poëzie, vuilbekkerij en die typische tongue-in-every-cheek-houding. Rock-‘n-roll als levensstijl, niet als pose. De gitaren op Big Ones zijn allesbehalve behang. Van herkenbare grooves tot vette leads, van blueslicks tot rock — dit is old school hardrock met een moderne punch. Geen shred, geen egotrip — maar gitaarspel dat ademt, bijt en flirt. De drie nieuwe songs — Blind Man, Walk on Water en Deuces Are Wild — zijn geen vullers, maar verdraaid solide toevoegingen, maar missen toch de hitpotentie. Blind Man is broeierig en dreigend. Walk on Water had zó op Pump kunnen staan: swingend, vet, opgepompt. Deuces Are Wild is het meest laidback: California-vibe, summer breeze op een Harley.
Het was het perfecte instapmoment voor een nieuwe generatie én een reminder aan de oude garde: de boys zijn terug, en ze rocken harder dan ooit.
Conclusie
Big Ones is een greatest hits die z’n titel waardig is: een collectie songs die knallen. Aerosmith bewees dat ze niet alleen een verleden hadden, maar ook een toekomst — zelfs als die door hitparades liep. Geen moment goedkoop. Geen seconde saai. Groot, amerikaans en groovend – net als de band zelf.