Iron Maiden–Death on the Road Jaar van release: 2005 Label: EMI Records
Opgenomen in november 2003 in het Westfalenhalle-theater van Dortmund, is Death on the Road niet slechts een tourdocument. Het is een wervend bewijsstuk dat Iron Maiden in de eenentwintigste eeuw niet enkel voortleeft – maar in z’n volle kracht herrijst. “Sommige liveplaten zijn registraties. Andere zijn rituelen. Death on the Road is een verslag van de liturgie volgens Iron Maiden, hoofdstuk 13.” De tour stond grotendeels in het teken van Dance of Death (2003), het album dat op dat moment de wedergeboorte van studio-Maiden markeerde. En op dit dubbel live-album hoor je een band die niet teren wil op hits, maar zijn geschiedenis meeneemt richting een nieuwe horizon.
Dickinson is hier in absolute topvorm. Geen slijtage, geen versleten grandeur, maar een zanger die iedere uithaal weegt alsof het zijn laatste is. In Paschendale geeft hij zich over aan epische bombast en historische bezwering, in Rainmaker dartelt hij door coupletten met het gemak van een acrobaat op woorden. Hij spreekt, dirigeert en bijt. En als hij in Fear of the Dark duizenden Duitsers mee de nacht in leidt, dan weet je: dit is geen zanger, dit is een aanvoerder van een generatie.
Murray – Smith – Gers. Een drie-eenheid van staal, gevoel en explosie. Geen solowedstrijd, maar een constante dans van harmonie en tegenzet. Dance of Death krijgt een theatraal canvas waarop solo’s in lagen worden uitgespreid. Hallowed Be Thy Name kent een finale die bevend van spanning naar de hemel klimt. Dave Murray blijft de fluïde, zachte snaarfluisteraar. Adrian Smith de hoekige, scherp afgestelde rifftovenaar. En Janick Gers? De flamboyante huurling, die als een bezeten toneelspeler over het podium springt en tóch zijn partij niet mist.
Op Brave New World en No More Lies laat McBrain horen dat hij meer is dan een basdrumratelaar. Hij ademt met de band, trekt en duwt het tempo met een gevoel dat je in geen enkele kliktrack zult vinden. Zijn intro’s zijn legendarisch, zijn fills onnavolgbaar – en toch is hij nimmer overheersend.
De ruggengraat. De componist. De bassist die speelt alsof hij het leven zelf moet doordreunen. Harris is hier niet alleen het fundament, maar de ziel onder de snaren. Zijn bas klinkt niet laag – hij zindert als donder, ademt als de aarde zelf. Luister naar The Trooper of Iron Maiden – je hoort zijn rechterhand hameren als een smid die weet dat elke klap telt.
De nadruk ligt hier niet op de voor de hand liggende publiekspleasers. Dit is geen simpele throwbackshow. Maiden kiest voor lef. En juist dat maakt deze plaat zo sterk. Van Dance of Death hoor je maar liefst zes nummers, waaronder No More Lies, Journeyman (semi-akoestisch, en ontroerend intens), en het theatrale titelnummer.
Klassiekers als Fear of the Dark, The Number of the Beast, Iron Maiden en Run to the Hills ontbreken natuurlijk niet, maar staan hier als rotsen tussen een nieuwe rivier. De balans tussen oud en nieuw is gedurfd, maar eerlijk. Dit is Maiden zoals ze nu zijn, niet zoals het publiek ze romantiseert.
Conclusie
Death on the Road is geen greatest hits in livesmoking. Het is een statement van een band die niet leunt op vroeger, maar bouwt op wat blijft. Hier hoor je een Iron Maiden dat zijn latere albums eert, zijn nieuwe liederen omarmt, en live sterker dan ooit zijn eigen mythe herschrijft. Niet altijd perfect. Maar altijd écht. En dát is zeldzamer dan perfectie.