Rush – Gold Jaar van release: 2006 Label: Mercury Records
In 2006 kreeg de wereld een verzameling nummers in handen die geen overhaaste greatest hits-compilatie was, maar een dubbel-cd als klankmuur van vakmanschap. Gold is een compilatiealbum van de Canadese rockband Rush, uitgebracht op 25 april 2006. Deze verzamelaar is een heruitgave van de twee compilatiealbums uit 1997, Retrospective I en Retrospective II, met als enige verschil dat het derde nummer van Retrospective I, “Something for Nothing”, is vervangen door “Working Man” (laatste track, nummer 14) op de eerste cd. Een nieuw hoesontwerp, en een onderliggende gedachte: dit is de blauwdruk van hoe een band als Rush zichzelf én zijn tijd bleef overstijgen.Wat Rush altijd onderscheidde van andere acts, is hun onmogelijke combinatie van technische virtuositeit, filosofische diepgang en volstrekt eigenzinnige stijl. Drie mannen, nul ego, honderd ideeën per minuut. Geddy Lee met zijn elastieken stembanden en melodieuze baslijnen die meer zeggen dan de gemiddelde gitaarsolo. Alex Lifeson, de melodisch wroetende gitarist die sfeer boven spier kiest, maar soms alsnog beide levert met één akkoord. En natuurlijk Neil Peart (R.I.P.), de dichter-drummer, de klok in menselijke vorm, de tekstschrijver met een bibliotheek in zijn hoofd en een kernreactor in zijn ledematen.
CD 1 bestrijkt de late jaren ’70 tot begin ’80 — de jaren waarin Rush het midden vond tussen de uitbundige prog van 2112 en de strakke stadionrock van Moving Pictures. The Spirit of Radio – een knalharde ode aan radiofrequenties en vrijheid van expressie. Freewill, Limelight en Tom Sawyer – de heilige drie-eenheid van de intellectuele rock: scherpzinnig, gelaagd, en altijd groovend. Closer to the Heart – een anthem zonder pathetiek, een universeel refrein met de ziel van een folksong. Red Barchetta en YYZ – muzikaal vuurwerk zonder concessies. YYZ is instrumentale spierballentaal met Canadese precisie en een metrisch brein.
CD 2 duikt dieper in de jaren ’80 en ’90 – de synthesizerjaren, de albums die de puristen wat afstand deden nemen, maar die achteraf een ander soort gelaagdheid bleken te bieden. Subdivisions – synthesizerrock met maatschappijkritiek en melancholie, een ode aan buitenstaanders en conformisme in neonlicht. Time Stand Still – een nummer dat stilstand laat bewegen, met Aimee Mann als dromerige tegenstem. Mystic Rhythms, Force Ten, Show Don’t Tell – de meer percussieve, haast tribale jaren, met Peart als sjamaan en gids. Roll the Bones – funky, vreemd, gedurfd, en toch onmiskenbaar Rush. De keuze om ook tracks als La Villa Strangiato en Natural Science mee te nemen, laat zien: hier wordt de diehard net zo bediend als de instapper.
In een tijd waarin veel bands teksten gebruikten als opvulsel tussen de refreinen, bouwde Neil Peart hele werelden in zijn coupletten.
Zijn teksten zijn dichterlijk zonder zweverig te zijn, cerebraal zonder afstandelijk te klinken. Hij schreef over technologie, individualisme, verlies, maatschappij, vrijheid – en deed dat met een vocabulaire dat thuishoort in een roman, maar resoneert in een rockzaal.
Wat Gold ook laat horen, is de evolutie van het geluid. Van de analoge warmte van Fly by Night tot de digitale scherpte van Power Windows – elk tijdperk klinkt eigen, maar nooit ontrouw. Rush klonk altijd als Rush, ongeacht technologie of tijdsgeest.
Conclusie
Rush – Gold is méér dan een verzamelalbum. Het is een samenvatting van een gedachtewereld, een soundtrack voor wie nadenkt, voelt én headbangt. Rush is niet de grootste band in commercie. Maar ze zijn wel een van de meest invloedrijke, meest consistente en meest eerlijke acts ooit. En dit album bewijst dat. (Voor de groove van het verstand. Voor de melodie van het brein. En voor het feit dat een powertrio zó groot kan klinken dat je denkt dat er een heel orkest op het podium staat.)