Revolution Saints – Rise

Revolution Saints – Rise

Jaar van release: 2020

Label: Frontiers Records

Het ontstaan ​​van de Revolution Saints in 2015 is vooral te danken aan een hersengolf van Frontiers oprichter Serafino Perugino, in zijn nooit eindigende zoektocht om wat hij beschouwt als de gouden eeuw van rock in zijn oude glorie te herstellen. Jack Blades (Night Ranger) kent het fenomeen van supergroepen, hij deelde de taken met de Styx zanger/gitarist Tommy Shaw in het project Damn Yankees. Hoewel Jack Blades de bas hanteert in Revolution Saints, maar ook zijn vocale inbreng toevoegd en geen last heeft van ego problemen, kan drummer Deen Castronovo het leeuwendeel van de schijnwerpers innemen. Hoewel zijn vocale kunsten ondertussen meer dan bekend zijn, met name tijdens de legendarische optredens met Journey en Bad English. Deen blijft een van de meest competente drummers in de business. Terwijl de ritmesectie, zang en veel van het songwriting talent staat als een huis, blijft er een gigantisch gitaar”vormig” gat over, dat meer dan goed wordt ingevuld door de enige echte Doug Aldrich (o.a. ex-Dio, ex Whitesnake). Doug en Reb Beach hebben niet alleen het gewicht van een ouder wordende Whitesnake meegenomen. Maar Doug is ook een mede bandlid van The Dead Daisies samen met Deen Castronovo. Gezamenlijk maken Deen, Jack en Doug al een formidabel trio, voordat we zelfs een noot hebben gehoord. Daarnaast komt de competentie van mixen, productie, songwriting en het toevoegen van keyboard partijen van Alessandro Del Vecchio van o.a. Edge of Forever , Jorn , Dirty Shirley , Hardline , Voodoo Circle en ongeveer een dozijn andere bands. Nu blijft er maar één onbeantwoorde vraag over: hoe is het nieuwe album?

In drie woorden, meer dan goed. Zoals met bijna alles in de kunst, blijft schoonheid een waarneming van het oog van de toeschouwer. Het zou onjuist zijn om het te classificeren als iets anders dan een variatie op een Journey- record. Van de aangename Jonathan Cain- toetsenbordgeluiden tot de songstructuur, tot Deen ’s Perry- geïnspireerde zang, het is een heleboel Journey-revival, maar welk tijdperk herleven we? Aldrich ’s verpletterende gitaarklank geeft het vuur van een veel jongere Schon, maar voor de rest is het opmerkelijk vergelijkbaar met “Trial By Fire”, het tegelijkertijd gedoemde en briljante reüniealbum met Perry. De eerste twee nummers van het album zijn uitstekend, maar ze zijn goed omdat het lijkt dat ze uit een leerboek van Journey zijn ontstaan. Het derde titelnummer is een ass-kicker, een song met iets meer Whitesnake en Jack Blades invloeden.

Het vierde nummer, “Coming Back”, komen we echter weer terug naar het Randy Jackson- tijdperk. Het vijfde nummer, “Closer”, is de eerste ballad van het album, het volgt het sjabloon van de hedendaagse AOR, maar het is duidelijk wel met een eigen toevoeging en geeft meteen aan de creativiteit van de band, om dit toch wat meer eigentijds weg te zetten. Vooral Doug valt hierop met een adembenemend stukje gitaarwerk op het nummer. De balans van de plaat is meer een ‘reis’ naar bekend terrein. Tot het zevende nummer ‘ Talk to Me’ een smaakvol uitgevoerd duet-man-vrouwspel met de Italiaanse zangeres Erika Luna Ceruti, bekend in de rock- en modewereld als Lunakaire. Een andere speciale vermelding moet gaan naar het afsluitende nummer, “Eyes of a Child”, nummer komt nog uit de koker van Jack Blades in samenwerking met Tommy Shaw. In plaats van de arena-rockende leuke deuntjes waarvan het album voor het grootste gedeelte is gevuld. De track is een verfrissend elixer van pianotoetsen en akoestische gitaarwerk.

 Het is een prachtig uitgevoerd en zeer toegankelijk “hard”rock album geworden, ongeacht wie je bent. Zolang je niet op zoek bent naar experimentele rockmuziek, maar naar degelijke rockmuziek, kan dit album je niet teleurstellen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ondersteund door WordPress | Thema: Baskerville 2 door Anders Noren.

Omhoog ↑